Autismespectrumstoornissen (ASS) zijn vaak onderwerp van gesprek, met mensen die soms luchtig zeggen: ‘Ik ben een beetje autistisch in mijn werk.’ Maar wat betekent dat eigenlijk? Verwijst het naar een sterke behoefte aan structuur? Of naar de voorkeur om in alle rust zelfstandig te werken? Dit is een veelvoorkomend scenario: velen hebben een vaag begrip van autisme, maar de exacte aard ervan blijft vaak onduidelijk.
Al jarenlang discussiëren artsen en onderzoekers over de aard van autisme, en onze perceptie ervan evolueert voortdurend. Wat tien jaar geleden als typerend voor autisme werd beschouwd, wordt nu misschien anders begrepen. Autisme wordt gekenmerkt door eigenschappen op twee belangrijke gebieden:
Interactie met anderen: Mensen zonder autisme lijken vaak moeiteloos met elkaar te communiceren, terwijl dit voor mensen met autisme vaak een uitdaging is. Ze begrijpen bijvoorbeeld niet altijd het doel van informele gesprekken en nemen taal vaak letterlijk.
Gedrag: Mensen met ASS zijn vaak zeer gefocust en precies in hun interesses, soms tot het punt van obsessie. Ze kunnen moeite hebben met het verwerken van informatie die voor anderen vanzelfsprekend lijkt en houden vaak vast aan routines en patronen.
Hoewel autisme zich bij verschillende mensen op verschillende manieren kan uiten, zijn er enkele gemeenschappelijke kenmerken
- Moeite met sociale interactie.
- Gevoeligheid voor bepaalde prikkels.
- Sterke focus op specifieke interesses.
- Beperkt vermogen om zich in anderen te verplaatsen.
- Moeite met onverwachte veranderingen.
- Herhaling van bepaalde handelingen of uitspraken.
- Vaardigheid om patronen snel te herkennen.
Voor mensen met ASS is het begrijpen van zichzelf en hun sterke en zwakke punten van essentieel belang. Het kan helpen om informatie over autisme op te zoeken en te praten met professionals of mede-autisten. Het is ook belangrijk om anderen in je omgeving te informeren over je behoeften en voorkeuren, zowel op het werk als in persoonlijke relaties.
Voor mantelzorgers, werkgevers, collega’s en naasten van mensen met autisme zijn er enkele tips om de communicatie en interactie te verbeteren:
- Wees duidelijk en concreet in je communicatie.
- Vermijd figuurlijk taalgebruik en spreek in concrete termen.
- Houd gesprekken gericht op één onderwerp tegelijk.
- Creëer overzicht en structuur, bijvoorbeeld door planningen te gebruiken.
- Respecteer de grenzen van de persoon met autisme, zoals de behoefte aan persoonlijke ruimte en het vermijden van oogcontact.
Door begrip en ondersteuning kunnen mensen met autisme en hun naasten beter omgaan met de uitdagingen die ASS met zich meebrengt en een bevredigend leven leiden.
Bron: www.hersenstichting.nl