Uit de beleidsdoorlichting van de Wajong van juni 2018 is gebleken dat het systeem van de verschillende inkomstenregelingen in de Wajong wel erg ingewikkeld is. Bovendien leiden de regelingen er soms toe dat mensen met een Wajong-uitkering juist niet meer uren willen gaan werken, omdat ze geen hoger inkomen krijgen als ze meer gaan werken.
Ook het oppakken van een studie kan een probleem zijn, omdat Wajongers gekort worden als ze gaan studeren. Soms durven ze niet te gaan werken uit angst hun uitkering kwijt te raken, terwijl ze niet meer terug kunnen in de Wajong als ze hun baan verliezen. Op 3 juni 2019 heeft het kabinet een wetsvoorstel ingediend om onder andere deze knelpunten op te lossen.
Drie regelingen
Inmiddels kent Nederland feitelijk drie Wajong-regelingen: de oude Wajong van 1998 (oWajong), de Wajong 2010 en de Wajong 2015. De beleidsdoorlichting Wajong heeft laten zien dat de Wajong, met drie verschillende regelingen en verschillen in rechten en plichten tussen deze regelingen, wel erg complex is geworden. Bovendien is er sprake van een aantal knelpunten dat voor de arbeidsparticipatie van Wajongers verkeerd uitpakt. Zo loont werken in de oWajong en (voortgezette) werkregeling Wajong 2010 niet in alle gevallen. De studieregeling in de Wajong 2010 is in feite een financiƫle drempel die de toegang tot onderwijs in de weg kan staan voor Wajongers die een opleiding willen volgen.
Ook bestaat onder veel mensen in de oWajong en Wajong 2010 de angst dat zij, als zij gaan werken, hun recht op de uitkering verliezen.
Helaas heeft de eerste kamer nog geen besluit genomen over de ingangsdatum.
Bron: salarisnet.nl