De Nederlandse arbeidsmarkt heeft een fikse flexibele schil, terwijl er tegelijkertijd een tekort aan arbeidskracht bestaat. Waarom komen die twee niet bij elkaar? Het is deels een mismatch, volgens Sarike Verbiest, die bij TNO onderzoek doet naar flexibele arbeid.
Er is veel vraag naar geschoold personeel, maar het aanbod aan arbeidskrachten past niet bij die vacatures. De flexibele schil bestaat uit 3,1 miljoen mensen, zijn vaker laag opgeleid dan vaste werknemers. Zij verdienen gemiddeld minder dan mensen met een vaste baan, hebben minder inkomenszekerheid en een deel heeft minder kansen om zich verder te ontwikkelen.
Een flexibele schil is nodig om gemakkelijk te kunnen op- en afschalen. Denk aan de weersafhankelijke horeca (flexibele schil: 70 procent) of een fabriek voor meubelplaten die een bestelling binnenkrijgt en à la minute aan de slag moet.
Oplossing voor de mismatch: als niet een papiertje maar vaardigheden gaan tellen
Het blijft voor Verbiest van TNO vooralsnog een vraag waarom laagopgeleide flexwerkers en de krapte aan arbeid niet bij elkaar komen. Ze wijst op de lage mobiliteit tussen sectoren. “We denken nog veel in vastomlijnde functies en bijbehorende diploma’s, terwijl een persoon vaak meer kan”, zegt Verbiest. Het overschot aan mensen in de industrie of financiële sector, waar door technologische ontwikkeling banen verdwijnen, maakt nauwelijks de overstap naar werkvloeren waar ze omhoog zitten, zoals het onderwijs of de zorg. “Als het probleem groot genoeg wordt, gaat daar wel beweging in komen”, denkt Verbiest.
De verandering naar een arbeidsmarkt waarin vaardigheden tellen en niet het papiertje, is al in gang gezet. Zo pleit AWVN voor een competentiepaspoort, een digitaal dossier waarin is opgenomen wat je kunt. Dit moet dan wel, net als diploma’s, erkend worden.
“Vooral het competentiepaspoort lijkt me best een oplossing voor mensen vanuit ziektewet/AG. We lopen er toch af en toe tegenaan dat mensen niet op gesprek kunnen komen omdat ze de juiste papieren niet hebben terwijl ze wel competent zijn op bepaalde gebieden. Daarnaast zal dit hoogstwaarschijnlijk af gaan nemen op het moment dat de nieuwe wetten omtrent arbeid en ontslag in zullen gaan op 1-1-2020.”, aldus Maurice Velda, Jobcoach bij De Overstap.
Bron: NU.nl/Lisa Peters